Sommige mensen – naar schatting twee miljoen Nederlanders – hebben alle dagen jeuk. Gek worden ze ervan. Grofweg bestaan er vijf typen jeuk. Er is dermatologische jeuk, veroorzaakt door een huidziekte of schimmel. Systemische jeuk, door lever- of nierziekten, kanker, diabetes of zwangerschap. Neurologische jeuk, door beschadigingen aan het zenuwstelsel. Psychogene jeuk, door een psychiatrische aandoening, zoals depressie, een angststoornis of ‘parasietenwaan’. En ten slotte zogeheten pruritoceptieve jeuk, genoemd naar de wetenschappelijke naam jeuk, pruritus. Dat laatste type wordt veroorzaakt door externe factoren, zoals een insectenbeet of pollen.Over de mechanismen achter jeuk is nog weinig bekend. „Jeuk is een belangrijk probleem bij veel ziekten. Merkwaardig dat er zo weinig onderzoek naar wordt gedaan”, vindt Ronald Oude Elferink, hoogleraar experimentele hepatologie bij het Amsterdam UMC. Hij onderzoekt jeuk bij leverziekten. „Dicht bij geneesmiddelen zijn we nog niet.”
Signalen voor jeuk en pijn
Tot zo’n twintig jaar geleden dacht men dat jeuk een lichte vorm van pijn was, met eenzelfde neurofysiologische basis. Maar nee. De signalen voor jeuk en pijn lopen wel via hetzelfde type zenuwbanen, C-vezels, maar het lijkt erop dat er C-vezels zijn die specifiek pijn doorgeven, of juist jeuk – hoewel er waarschijnlijk ook zenuwen zijn die beide kunnen. Jeuk ontstaat doordat bepaalde moleculen de uiteinden van jeukgeleidende neuronen prikkelen en zo specifieke receptoren activeren, die vervolgens een signaal via het ruggenmerg naar de hersenen sturen. Die prikkelmoleculen zijn vaak histaminen: stoffen die het lichaam zelf aanmaakt als reactie op allergenen, zoals stuifmeel of muggenspeeksel. Maar de afgelopen decennia is gebleken dat er nogal wat histamine-onafhankelijke vormen van jeuk zijn, vertelt Oude Elferink. Die kun je niet bestrijden met de antihistaminen die wel helpen bij hooikoorts of insectenbeten. Die jeuk ontstaat dus na een prikkel met andere moleculen – maar welke weten we vaak niet.
Zenuwen in het ruggenmerg
Krabben helpt echt, bewezen Amerikaanse onderzoekers in 2009. Het blokkeert tijdelijk zenuwen in het ruggenmerg die het jeuksignaal doorgeven aan de hersenen. Hoe dat blokkeren werkt, is onbekend. Opvallend is dat jeuk- en pijngeleidende zenuwbanen elkaar lijken te beïnvloeden. Recent onderzoek suggereert dat dat komt door interneuronen: dwarsverbindingen tussen zenuwbanen in het ruggenmerg. Een pijnsignaal blijkt het jeuksignaal in het ruggenmerg te blokkeren . Dat verklaart volgens Oude Elferink waarom het helpt om met je nagel een kruisje in een muggenbult te zetten. Maar het helpt ook dat dat kruisje een oude volkswijsheid is. Jeuk is bij uitstek onderhevig aan het placebo-effect: als je denkt dat iets helpt, dan helpt het. Dat ontdekte Andrea Evers, hoogleraar gezondheidspsychologie aan de Universiteit Leiden. Ze vergeleek antihistaminen met placebo. „Zelfs op hersenscans kun je dat placebo-effect terugzien”, vertelt ze. „En ook het nocebo-effect: dat mensen meer jeuk ervaren als ze denken dat iets gaat jeuken.” Alleen al dénken aan jeuk kan mensen jeuk geven, merkt ze op. „Dat kunnen we nog niet goed verklaren”, zegt ze. „Het werkt specifiek voor jeuk, en niet voor pijn.
NCR, 13 april 2019